- Tekorten aan kritieke grondstoffen dreigen de komende jaren alleen maar groter te worden en dat maakt een Europese strategie hiervoor extra urgent.
- Tijdens de coronacrisis zag de Europese Unie de urgentie van het probleem in, maar de aandacht lijkt verslapt.
- Dat signaleren economen, die waarschuwen dat prijzen kunnen stijgen door aanhoudende materiaalschaarste.
- Lees ook: Door apparaten €1 duurder te maken kan Nederland groene doelen halen: brancheclub pleit voor circulariteitsbijdrage
De Europese Unie (EU) moet oppassen dat de aandacht voor aanpakken van het tekort aan kritieke grondstoffen niet verslapt. Die waarschuwing deed de Duitse klimaateconoom Karen Pittel maandag in een webinar van denktank Econpol.
Pittel stelde in een presentatie over het nijpende Europese grondstoffentekort dat kritieke materialen zoals lithium, kobalt en grafiet steeds belangrijker worden voor de EU, omdat ze worden gebruikt voor bijvoorbeeld de batterijen van elektrische auto’s.
Door zowel de energietransitie als de digitalisering zullen we in 2030 naar schatting zes tot zeven keer zoveel materialen nodig hebben als nu, aldus Pittel.
Het probleem, volgens de econoom: Europa investeert niet voldoende in metaalwinning en is sterk afhankelijk van de import van grondstoffen en externe toeleveranciers.
Wat te doen? Inzetten op diversificatie in de aanvoer van grondstoffen en beperking van de afhankelijkheid van specifieke materialen kunnen helpen. Bedrijven zouden meer moeten diversificeren, oftewel inzetten op meerdere alternatieven bij de inkoop van basismaterialen, halffabrikaten en eindproducten. Mocht de levering van één product vanwege een materialentekort in de verdrukking komen, dan blijven er alternatieven uit andere categorieën komen.
Daarnaast zouden Europese beleidsmakers meer kunnen inzetten op de winning van materialen in Europa, indien die hier gewonnen kunnen worden. Een circulaire economie kan de rest oplossen, volgens Pittel. Door materialen aan het einde van de levenscyclus van een product te hergebruiken, neemt de afhankelijkheid van producenten buiten de EU af.
Strategische visie op toegang tot grondstoffen ontbreekt
Toch ontbreekt het volgens Pittel nog aan een duidelijk strategisch Europees plan gericht op de toegang tot cruciale grondstoffen. Toen tijdens de coronacrisis de aanvoer van zowel producten als materialen van buiten de EU in het geding kwam, werd duidelijk hoe afhankelijk Europa is van de rest van de wereld. De tendens was indertijd dat Europa weer meer zelf moet produceren.
Volgens Pittel is het risico dat landen dit thema weer minder belangrijk gaan vinden, nu de crisis achter de rug is. Doen we echter niets aan dit probleem, dan moeten we niet gek opkijken als productprijzen gaan stijgen, volgens Pittel.
Wel prijst ze de afgelopen jaar ingevoerde Critical Raw Materials Act (CRMA), bedoeld om voldoende grondstoffen binnen de Europese grenzen te houden.
De wet Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) regelt daarnaast dat er vanaf 2026 een CO2-heffing betaald moet worden voor de import van onder meer cement, aluminium en staal. De wet is bedoeld omdat Europese emissierechten voor bedrijven worden afgebouwd.
Om ervoor te zorgen dat Europese bedrijven concurrerend blijven, tuigt de EU een importheffing op basis van de CO2-uitstoot van ingevoerde basismaterialen aan de buitengrenzen op.
Daar zit wel een risico aan, volgens Pittel. De uitvoer van bijvoorbeeld aluminium, nu nog een sector van formaat in Europa, zou zich door deze importheffing naar niet-Europese landen kunnen verplaatsen.